Een wolfje in schaapsvacht
Door: Marina Block
De supersnelle tweetaktmotoren van Yamaha, die veel wegracetechniek in de genen hadden, begonnen in de jaren zestig kalmpjes aan steeds populairder te worden op de Europese markt. De gevestigde motorfabrikanten begonnen er wat nerveus van te worden. Yamaha’s grootste concurrent, en al snel de grootste motorfabrikant ter wereld, Honda concentreerde zich op viertaktmotoren en dat liet voor Yamaha de plek als ‘grootste tweetakt motorfabrikant ter wereld’.
De sensationele overwinning van Phil Read, die Yamaha in 1968 voor de vijfde keer het wereldkampioenschap bezorgde, veroorzaakte een tsunami van interesse en verkopen. In 1964 werd Read voor het eerst wereldkampioen op een 250 cc Yamaha. Het jaar daarna flikte hij dat weer. Tot aan het einde van het wedstrijdseizoen van 1968, toen de fabriek zelf zijn bemoeienissen met de wedstrijdsport staakte zette Yamaha in op een tweesporenbeleid. Naast het fabrieksteam werden er productieracers beschikbaar gesteld aan particuliere coureurs. Die productieracers werden in korte tijd zo geliefd dat ze de productieracers van Aermacchi en Bultaco helemaal in de schaduw zetten. En Yamaha‘s machines voor op de openbare weg waren weer op die productieracers gebaseerd. Dat was ook uit oogpunt van homologatieregels, die voorschreven dat de productieracers zoveel mogelijk op seriemodellen voor gewoon gebruik gebaseerd moesten zijn. Zo kwam het dat de YR1 uit 1967 veel technische details met de racemotoren deelde. In 1968 trok de Yamaha-fabriek zich uit de wegracerij terug en werd de reputatie van het merk verder gedragen door privé-coureurs. De ontwikkeling van productieracers werd doorgezet.
Yamaha bracht zijn eerste 350 cc twin in 1967 op de markt. De introductie van de YR1 was vooraf gegaan door het ontwikkelingsproject YX03 in het jaar daarvoor. Daardoor had de motor een horizontaal deelbaar carter, de nieuwe, gepatenteerde ‘Autolube’ toerental- en lastafhankelijke afzonderlijke smering waardoor mengsmering overbodig was geworden. De olie werd naar gelang de stand van het gas en het toerental in de inlaatkanalen gespoten en werd in een aparte, 2,5 liter grote tank, meegenomen. De Yamaha had ook een nieuw wiegframe. Net als zijn 250 cc familielid kon de krachtbron juichend toeren draaien zonder daarbij stuk te gaan. Dat kwam door de hoge kwaliteit van de constructie en de groot bemeten lagers. Want kwaliteit, dat was waar het om draaide bij de vroege Yamaha’s. Alles was perfect- en servicevriendelijk geconstrueerd. Het hele technische concept was doordacht en op de rijder afgestemd. Zo was de goed gespatieerde vijfbak (de vijfde versnelling was een overdrive) zo soepel te bedienen dat er werd geschreven dat je trefzeker kon schakelen met je grote teen alleen.
Bomber
De tweetakttwin van de YR1 leverde 36,5 pk bij 7500 rpm, dat was indertijd een enorm vermogen. De YR1 was dan ook een erg snelle motorfiets. Daarbij had de Yamaha een mooi koppel, was hij sterk in de sprint en trok hij lekker door in de versnellingen. Op volle draf liep de YR1 170 km/h en de kwart mijl met staande start werd in krap 14 secondes afgeraffeld. Dat waren toen indrukwekkende waardes. Niet alleen het sprinten ging de Yamaha goed af. Er hoefde er niet als een waanzinnige in de versnellingsbak geroerd te worden om de twin op gang te houden. De motor was zo soepel dat hij met gewoon rustig gas geven in alle versnellingen keurig op pakte. Maar als de zweep er bij de YR1 over ging, dan accelereerde hij zo snel dat de wolf zijn schaapsvacht gillend af wierp. Daarbij was het rijwielgedeelte van zo’n kwaliteit dat de ontketende Yamaha op snelle, bochtige trajecten helemaal op zijn plaats was. De twin was genetisch een sportfiets, maar hij liet zich ook beheerst berijden. De reparatie- en onderhoudsvriendelijke Japanner had twee riant van koelribben voorziene, hoekige cilinders (boring x slag: 61 x 59,6 mm) en twee van chokes voorziene Mikuni carburateurs zorgden ervoor dat de wolf voldoende te vreten kreeg. De transmissie tussen krukas en vijfversnellingsbak werd verzorgd door een primaire tandwieloverbrenging en een meervoudige natte plaatkoppeling. De secundaire transmissie gebeurde natuurlijk met een ketting. Het motorblok was gehuisvest in een torsiestijf dubbel wiegframe met wedstrijdverleden. Aan de voorkant daarvan zat een dubbelzijdig gedempte telescoop voorvork, de achtervork was voorzien van drievoudig verstelbare veer- en demperelementen.
Eenmaal onderweg overtuigde de motor met zijn stuurgedrag, zijn wendbaarheid, zijn lage zwaartepunt en complete uitrusting (er was zelfs een complete gereedschapsset aan boord) . Geheel volgens zijn tijdsbeeld had de YR1 een groot, rond combi-instrument in de koplamp. Die gecombineerde toerenteller-kilometerteller zagen we ook terug bij de YDS3 en YDS5. Over de buddyzit was ook nagedacht. Met zijn betrekkelijk lage zithoogte bleef de bestuurder zelfs onder volle acceleratie op zijn plek.
De Yamaha YR1 was duidelijk een wolf in schaapsvacht. Hij leverde veel betere prestaties dan zijn beschaafde uiterlijk deed vermoeden. De machine oogde daarbij klein en compact. Maar als de Yamaha mocht doen waar hij het best in was, dan was hij menig Britse 650 cc twin de baas. Daarmee was de YR1 feitelijk een revolutionaire motorfiets en de stamvader van een hele reeks snelle Yamaha tweetaktmotoren. En daarbij bleef hij ook nog heel.
Technische gegevens: Yamaha YR1
Motor: Luchtgekoelde tweecilinder tweetaktmotor
Cilinderinhoud: 348 cc
Boring x slag: 61 mm x 59,6 mm
Compressie: 7,5:1
Vermogen: 36,5 pk bi 7500 rpm
Topsnelheid: 170 km/h
Carburatie: twee Mikuni carburateurs
Transmissie: vijfversnellingsbak
Koppeling: platen in oliebad
Frame: stalen dubbel wiegframe, hydraulische telescoop voorvork, achter swingarm, hydraulische dempers
Remmen: trommelremmen
Leeggewicht:157 kg
Productieperiode: 1967-1968
Fotomodel: MSC Herford
Hi from Finland.
Here I have two YR1:s and perhaps one of them is for sale.
Also in my garage are two YR2:s.
If You are interested, send a message.
maybe i am interested do you have some pictures for me from both motorcycles