Norton Engels?

Ja, natuurlijk! Nu wel weer tenminste, sinds dat zakenman en eigenaar van het Norton Racing Ltd. Stuart Garner in een miljoenendeal de intellectuele rechten en het gebruik van de Norton-merknaam kocht na bijna 15 jaar in Amerikaanse handen te zijn geweest. Garner neemt daarbij ook de merknamen over en het ontwikkelingswerk die verband houden met de Manx, Atlas, Commando en Dominator. 

Goed nieuws natuurlijk voor Engeland en haar inwoners die de laatste decennia merk na merk zagen verdwijnen en opgeslokt worden door grote Amerikaanse, Russische en Duitse bedrijven. De Noord-Amerikaanse rechten van de Norton merknaam werden in de vroege jaren negentig gekocht door een groep, later overgedaan naar een andere groep en in 2003 gekocht door de Amerikaan Kenny Dreer en zijn Norton Motorsports Inc. Dreer pompte in de jaren daarna sloten vol met contant in de ontwikkeling van een nieuwe Commando voordat eind vorig jaar het geld zo’n beetje op was. Tien miljoen dollar liep er door de geldkraan heen, een bedrag dat door Garner meegenomen werd in de deal en gezien wordt als een investering in de nieuwe Norton Commando 961.

Coureur Rem Fowler sprak de historische woorden “The Unapproachable Norton” toen een Norton de eerste TT op het eiland Man in 1907 won. En ze zouden de daaropvolgende vijftig jaar een bijna dominante rol spelen op nationale en internationale circuits. 

Norton werd in 1898 al opgericht in een kleine fabriek in Birmingham en groeide in de jaren die nog zouden komen uit tot een roemrucht en legendarisch merk. 

Na WOI schoot Norton als een komeet omhoog. In 1919 werden er vijf verschillende zijkleppers geproduceerd. Tot 1954 zou Norton zijkleppers blijven maken. De racerij speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van de motoren. De grote doorbraak kwam met de koningsasmotoren die Walter William Moore (die later bij NSU zou gaan werken) in 1927 als 500 en 350 cc model ontwikkeld had. Er werden zowel racers als productiefietsen verkocht. Dankzij consequente ontwikkeling van de Moore ontwerpen wist Norton te grossieren in internationale raceoverwinningen. De productie sportmodellen Type 30 (490 cc) en het type 40 (348 cc) uit 1932 werden daarom “International’ genoemd. De stroom van overwinningen in de jaren dertig gingen gepaard met een continue doorontwikkeling van de fabrieksracers. Zo werd in 1938 de telescoopvoorvork geïntroduceerd.
Na de Tweede Wereldoorlog waren de straatmachines wat achterop geraakt. Die achterstand werd echter met de invoering van de achtervering en telescoopvoorvork bij de “International” en de ES 2 uit 1946 en 1947 teniet gedaan.
In de racerij trad men eerst nog met vooroorlogse machines aan, toch  werd de Senior-TT van 1947 tot 1949 gewonnen. Een jaar later werden de beroemde “Manx”-modellen geïntroduceerd, voorzien van 349 en 498 cc DOHC ééncilinders met koningsassen. Een mijlpaal was ook het beroemde “featherbed” frame, dat voor het eerst in 1950 gebruikt werd, en in 1951 ook op de productieracers werd toegepast. In 1959 werden zelfs de straatmachines ermee uitgerust
Na de overname van Norton door AMC Ltd in 1953 liep de ontwikkeling van de ééncilinder racers gewoon door, ook al was het doek voor het officiële fabrieksteam in 1955 gevallen. De slag werd kleiner waardoor de motoren hogere toerentallen konden verdragen en er werd gebruik gemaakt van een vijfbak. Hoewel de machines door de jaren heen steeds meer terrein verloren aan de Italiaanse viercilinderbrigade, bleken ze na jaren nog genoeg potentieel te hebben. Mike Hailwood dwong in 1961 nog respect af door de Senior-TT nog te winnen.

En nu, nu is Norton dus weer Engels. Garner was met zijn Norton Racing Ltd. al bezig met de ontwikkeling van een racer met wankelmotor en wil in 2009 een nieuwe straatfiets introduceren. Garner zegt: “Het was een spannende periode voor ons, maar we zijn trots dat Norton nu weer in Engelse handen is en zijn van plan het merk weer op de kaart te zetten.” Norton wil de circuits weer gaan overheersen en ook op de straat flink aanwezig zijn. De motoren zullen gebouwd gaan worden in een nieuwe 1400 m2 grote productiehal bij Donington Park. 

Garner: “Het is het begin van een nieuwe en opwindende periode voor een merk dat meer dan honderd jaar geleden werd opgericht door James Landsdowne Norton. Het heeft door de jaren heen vele ups en downs gekend, maar staat nog steeds voor snelheid en kwaliteit. En aan die vereisten willen we in de toekomst blijven voldoen.”