Een grappige ontwikkeling: ouder wordt populairder

Natuurlijk hebben we de historische ingroei van “nieuw”, naar “occassion”, ” gebruikt”, “oud”, ” youngtimer” naar “klassieker” .

Er komen dus steeds meer nieuwe klassiekers bij. En die vinden hun plekje wel omdat ze – mits in goede staat – niet veel minder bieden dan welke showroomnieuwe motor dan ook. Praktisch bezien dan…

Het klassiekerpark van motoren tussen 1950-1970 bestaat uit ongeveer 20.000 stuks. De bulk zit hem in de motorfietsen van 1970-1980. Dat zijn er zo’n 50.000. Die zijn dus allemaal feitelijk ‘ tamelijk recent’ en nu nog steeds meer dan verkeerscompatibel. Zolang je er mee van de snelweg af blijft….

Maar er een opleving in de interesse naar motoren van voor 1960-1950. En niet alleen bij oude mannen met grijze baarden. En voor oorlogse motorfietsen, projecten zelfs, staan tegenwoordig niet meer jaren lang nog klassieker te worden bij hun verkopers. In het segment tussen 1930-1950 staan er hier, in de Europrovincie Nederland, nog zo’n 5.000 motoren op kenteken. En zo links en rechts wordt er nog wel wat geimporteerd. Dat gaat dus de goede kant op.

De Matchless G3. 350 cc was ooit de hogere middenklasse. Nu nog ideaal voor alle secundaire wegen tot in de Alpen aan toe

De trend naar ‘ouder is leuker’  is gedeeltelijk te verklaren vanwege het feit dat prijzen en aanbod allebei nogal kopersvriendelijk zijn.

Maar misschien is de vlucht het verleden in ook een teken des tijds. Motorfietsen tot vanaf 1940-1950 zijn naar de huidige maatstaven enorm beperkt in alle opzichten. Maar ze zijn duidelijk als motorfiets herkenbaar, doen lekker ‘ Brrroemm!’ en zijn vertederend begrijpelijk.

En met de juiste insteek kunnen er op een Harley WLA of een Matchless G3 nog heel serieuze ritten gemaakt worden. Dat geldt ook voor Duitse motoren uit die tijd. En de Deense Nimbussen waren net zo betrouwbaar als dat ze grofstoffelijk oogden. En Franse en Belgische motoren waren vaak verbijsterend goed. Maar zijn nu nog steeds onder gewaardeerd in vergelijk met hun Britse en Duitse collega’s. Dat scheelt ook weer in de prijs! En in Italie maakten ze ook al voor WO II heel mooie machines. Vaak hadden ze de typisch Italiaanse insteek: een mooie, maar technisch moeilijke en gevoelige oplossing is beter dan een simpele en bewezen betrouwbare oplossing. Bij Italianen gaat de Passie altijd voor de Pasta. Op die vroege Italianen zat nog weinig electra op. Dat maakte ze betrouwbaarder dan latere Italianen zeggen de cynici.

Maar voor alles zijn die oudgedienden simpel. Begrijpelijk. Onthaastmachines pur sang. Het bezit en het berijden van

Die is zeldzaam! Een Horex Imperator 400 cc twin. Een zware jongen!

zelfs een 98 cc DKWtje heeft iets meditatiefs.

In praktijk blijkt de onderdelenvoorziening doorgaans nog redelijk tot goed. Netwerktechnisch is er bijna zelfs bijna alles te kopen, te krijgen of te ruilen. Het wereldje zit nog zo’n beetje in elkaar als de motorwereld van voor het grote economische groeien.

Wel heel actueel: we hebben zelf natuurlijk geen tijd meer om door heel Europa schuurtjes uit te graven en dorpskrantjes in Wales uit te pluizen.

Waar wij niet komen, daar biedt Internet uitkomst. Er zijn intussen een paar mensen die zich beroepsmatig met echt oude motoren bezig houden.

Een 500 cc Gillet kopklepper. Uit 1934!

 

 

Kijk maar eens op de sites van
www.alltimers.nl
www.hoekstraclassics.nl
www.motorwerk.nl
www.yesterdays.nl
www.deengelse.nl
www.dutch-lion-motorbikes.com

LATEN WE CONTACT HOUDEN!

We houden je graag op de hoogte van ons laatste verhalen 😎

We sturen je geen spam en houden je e-mailadres geheim!